donderdag 15 juli 2010

Halve waarheden over kost brugpensioen blijven circuleren (zomerblog 6)

De brugpensioenen van Opel zouden de Belgische staat 88,5 miljoen euro kosten. Dat liet De Tijd berekenen door SD Worx. Ze gaan daarbij van een aantal veronderstellingen uit. Alle arbeiders hebben een loon dat hen de maximale brugpensioenuitkering geeft. Iedereen heeft een gezin met twee kinderen ten laste en een echtgenote met inkomen. Iedereen blijft werkloos tot 65 jaar. Niemand vindt met andere woorden nog een andere job.

Ze rekenen ook terugverdieneffecten mee. Zo betaalt de werkgever een hogere bijdrage aan de sociale zekerheid op de brugpensioentoeslag. Ook betaalt de werknemer belastingen op de toeslag.

De berekening kan kloppen in een puur maximaal scenario. Want niet iedereen blijft hopelijk werkloos tot 65. Niet iedereen zal een maximumuitkering krijgen. Ook de gezinssituatie zal voor velen niet overeenkomen. Maar de commentaar die men eraan koppelt is maar half correct : “brugpensioen Opel kost staat 88,5 miljoen”.

Brugpensioen kost minder dan werkloosheid

Of werknemers simpelweg werkloos worden dan wel bruggepensioneerd maakt in wezen geen verschil. De afdanking kostveel geld aan de sociale zekerheid want er moet dopgeld betaald worden aan al wie zijn job verliest. Maar dopgeld bij brugpensioen of werkloosheid is hetzelfde. Het enige verschil zijn de toeslag (door het bedrijf betaald aan de werknemer) en de hogere patronale bijdrage (door het bedrijf betaald aan de sociale zekerheid). Eigenlijk maakt dit het brugpensioen voor de Belgische Staat iets goedkoper dan pure werkloosheid. Want nu “repareert” de werkgever iets van zijn toegebrachte ontslagschade aan de sociale zekerheidskas. En ook de werknemer brengt wat meer geld in het fiscaal staatsbakje.

Het ontslag door Opel van zijn +50-jarigen kost onze gemeenschap 90 miljoen. Dat is al een veel correcter uitspraak. Maar dit geldt in élk geval. Mét of zonder brugpensioen. Maar het kan minder kosten. Als werkgevers terug jobs aanbieden aan oudere werkzoekenden. Nu staan die overal voor een potdichte deur. Zoals bij Picanol; een bedrijf dat terug verwoed aanwerft … als men maar “niet oud” is. En zo zijn er zeer veel voorbeelden. Op 50 is men te jong om thuis te zitten. Dat klopt helemaal. Op dit ogenblik roepen werkgevers hard dat iedereen lang moet werken. Maar in daden zetten ze dit vooral niet om. Daardoor kost een herstructurering zoveel aan de staat. Omdat het ene bedrijf massaal afdankt en het andere vooral geen ouderen wil aanwerven.

Marc Leemans

Geen opmerkingen:

Een reactie posten