woensdag 21 juli 2010

Onze loonkost is te hoog. Dat zeggen "ze" toch? (1) (zomerblog 11)

In de vorige blogs hebben wij - naar aanleiding van Opel - het vervuilde debat over het brugpensioen in geval van sluiting of herstructurering uitgezuiverd met onze argumenten. Bij het begin van de zomer en in de herfst zal het niet anders zijn,er werd een ware campagne gevoerd over de loonkosten in ons land. Ook dit debat heeft nood aan tegengewicht. Daarom hier een paar bijdragen voor onze zomerblog.

De thermometer van de werkgevers is stuk

De voorbije weken lanceerden de werkgevers een pleidooi voor zware loonmatiging. Het VBO schat onze loonkosthandicap op 3.5 %.

Vooraleer ze de vakbonden weer betichten van struisvogelpolitiek : Ja, onze loonkost is sterker gestegen dan bij de buren. En ja, loonkosten zijn belangrijk voor de werkgelegenheid. En ja, we moeten daar iets aan doen. Maar met hun benadering nu maken de werkgevers het toch wel erg bont.

Wanneer is er een loonkosthandicap?


Als de uurloonkost sterker stijgt dan het gemiddelde van Duitsland, Nederland en Frankrijk samen. Met 1996 als refertejaar. Dat staat in de Wet van 1996 op het behoud van de concurrentiepositie. Dat spraken we met de werkgevers ook letterlijk af in het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998. Met ook de afspraak om bij te sturen als de loonkost te snel stijgt én als dit niet wordt gecompenseerd door een gunstige evolutie op het vlak van werkgelegenheid en vorming.

En hoe groot is die loonkosthandicap? 3.3 % in 2010, volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Dat wil zeggen dat onze uurloonkost van 1996 tot 2010 3.3 % sterker steeg dan het gemiddelde van onze buren. Maar de CRB houdt geen rekening met de fiscale loonkostsubsidies aan bedrijven. Omdat de werkgevers dat niet willen. Trek die subsidies wel af van de loonkost, dan daalt de loonkosthandicap tot 1.65 %.

Die 1.65 % loonkosthandicap voor de ganse economie is niet spectaculair. Die kan je in een aantal jaren wegwerken door een beheerste loonontwikkeling, zonder zware lastenverlagingen, zonder loonstop en zonder aan de index te morrelen. De werkgevers weten dit ook maar beginnen – wars van de wet van 1996 en wars van het interprofessioneel akkoord van 1998 – te knoeien met de thermometer. Om toch maar hoge koorts te kunnen bewijzen.

Verkeerd meten.


Verkeerd meten. Ze doen dit telkens het goed uitkomt, door niet naar de evolutie sinds 1996 te kijken, maar enkel naar het absolute loonkostniveau.Dat geeft een loonkostverschil van 11 %. Maar zelfs de Nationale Bank van België heeft al meermaals aangetoond dat voor onze competitiviteit de meetmethode van 1996 echt relevant is. De werkgevers zeggen er dan ook niet bij dat onze productiviteit ook veel hoger ligt. Volgens de maatstaf van Europa, in het kader van de Lissabonstrategie, ligt de Belgische productiviteit per kop in 2009 18 % hoger dan de Duitse..

Verkeerd meten.In de vergelijking doet onze Belgische productiviteit het goed, maar als je de evolutie bekijkt, dan gaat die overal achteruit. Vooral door een gebrek aan investeringen in innovatie en opleiding, twee belangrijke motoren voor een verhoogde productiviteit, die de ondernemers blijkbaar niet op gang krijgen. Maar ook door het succes van de dienstencheques, een terechte beleidskeuze die echter de laagproductieve arbeid promoot en dat zie je in de cijfers. Maar zelfs die ongunstige cijferevolutie laat ons nog een zeer grote productiviteitsvoorsprong over.
Verkeerd meten, door niet naar de evolutie van loonkost per kop kijken, maar wel naar de evolutie van de productiviteit.

Verkeerd meten, door niet naar de drie buurlanden te kijken, maar enkel naar Duitsland. Omdat hen dit beter uitkomt. Of liever, omdat België er dan slechter uitkomt. Duitsland waar geen wettelijk minimumloon is. Waar 49% van de werknemers een laag loon verdient. Waar zeer veel tijdelijke jobs amper 4 à 5 € bruto verdienen per uur.

Ach, het is allemaal weinig consequent en daarom ook weinig geloofwaardig. Temperaturen en argumenten zijn pas bruikbaar als ze gemeten worden met een geijkte thermometer. Een discussie is maar eerlijk wanneer rekening wordt gehouden met alle argumenten.

(Wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten