donderdag 15 juli 2010

Zand in de Vlaamse industriemotor (zomerblog 5)



De industrie in Vlaanderen krijgt rake klappen. Op 5 februari lanceerde minister-president Kris Peeters een Staten-Generaal voor de Industrie. Intussen zijn we vijf maanden verder en staan we nog nergens. Weet de Vlaamse regering eigenlijk wel waar ze met het industrieel beleid naartoe wil? De coördinatie tussen de minister-president, bevoegd voor het economisch beleid in Vlaanderen, en minister Lieten, verantwoordelijk voor de portefeuille Innovatie- en Wetenschapsbeleid, is ver te zoeken.

De sectoren zijn goed geplaatst om het debat te voeren over de noodzakelijke transformatieprocessen die nodig zijn om een duurzame toekomst voor onze industrie en de werkgelegenheid in de industrie te garanderen. Ondertussen hebben vier sectorfederaties plannen voorgelegd met acties om te komen tot een transformatie van hun sector. Maar dat deden zij zonder inspraak van de werknemers. De vakbonden uit die sectoren zijn nauwelijks inhoudelijk betrokken bij het uitwerken van die voorstellen.

UNIZO en VOKA weigeren dialoog

De afgelopen maanden werd in de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV) nauwelijks vooruitgang gemaakt om een gezamenlijke visie over de toekomst van de industrie in Vlaanderen te ontwikkelen. Steevast bleek dat VOKA en UNIZO fel gekant zijn tegen deze Staten-Generaal voor de Industrie. Principieel wensen zij liever niet in dialoog te treden met de vakbonden – noch interprofessioneel noch op sectorniveau – over de toekomst van de industrie en over de maatregelen die nodig zijn voor het voeren van een doelgericht en duurzaam industrieel beleid. Ziedaar de moderne werkgeversorganisaties anno 2010. En dat zijn dan de mannen die voor de camera komen vertellen dat het sociaal overleg – ik leg de nadruk op overleg – beter naar de regio’s zou worden overgeheveld om efficiënter te onderhandelen!

Nood aan toekomstvisie en –strategie

In het discours van de werkgevers geen woord over het werkbaar maken en werkbaar houden van jobs in de industrie. Noch over sociale innovatie en aanpassingen aan de arbeidsorganisatie die het voor werknemers in de industrie moeten mogelijk maken om op een kwalitatieve manier hun loopbaan in een productiejob verder te zetten zonder fysiek en mentaal opgebrand te raken. Geen reflecties over toekomstprojecten om vernieuwende industriële activiteiten in Vlaanderen een kans te geven. Geen visie om de afbouw van de industriële werkgelegenheid om te buigen in groei van tewerkstelling in duurzame en innovatieve productiesectoren. Voor VOKA komt een industrieel beleid erop neer dat in de federale loonkosten moet worden gesnoeid. Dat de vennootschapsbelasting moet worden geregionaliseerd om de tarieven ervan te kunnen verlagen. Zij voeren geen discussie over de speerpunten en niches waar Vlaanderen moet op inzetten om de concurrentie- en innovatiekracht van de industrie opnieuw aan te zwengelen.

Wat Vlaanderen doet…?

Het is dezer dagen in Vlaamse werkgeverskringen ‘bon ton’ om te wijzen op de nood aan een efficiënter beleid in Wallonië. Maar… misschien zouden we ons in Vlaanderen beter spiegelen aan het Marshallplan dat vijf jaar geleden werd opgesteld om de Waalse industrie nieuw leven in te blazen. Dat Marshallplan is een coherent en maatschappelijk gedragen project waar in Vlaanderen in het begin nogal minachtend over werd gesproken. De eerste resultaten laten echter uitschijnen dat Wallonië er wel in slaagt om te komen tot een toekomstgerichte transformatie van zijn industrie. Door het plan werden al tussen 7000 en 13.000 nieuwe jobs gecreëerd. Uiteindelijk moeten dat er 30.000 worden. Er werden 1300 onderzoekers bijkomend aangeworven. Ongeveer 200.000 mensen volgden dankzij het Marshallplan een beroeps- of taalopleiding. Meer dan 1,2 miljard euro werd geïnvesteerd in 15.000 bedrijven. Dat er in het zuiden van het land een positief investeringsklimaat heerst, wordt bevestigd door internationale rapporten. Wallonië is zijn achterstand met Vlaanderen inzake het aantrekken van buitenlandse investeerders in sneltempo aan het goedmaken. Laat ons die feiten ook maar eens op tafel gooien en daar een voorbeeld aan nemen.

Ann Vermorgen, nationaal secretaris

Geen opmerkingen:

Een reactie posten