maandag 23 augustus 2010

Afwezigheid op het werk: meer controleren en bestraffen, zegt Unizo (Zomerblog 26)

Zijn de werknemers profiteurs?

Uit een rapport van Aon Consulting bleek onlangs dat het absenteïsme de werkgevers in België jaarlijks meer dan €5 miljard kost. In een reactie op dit rapport pleitte Unizo vorige week voor preventieve maatregelen, maar ook voor efficiëntere controles, als “stok achter de deur”.

Het is één van de vele voorstellen, verwijten, aanvallen die Unizo deze zomer gericht heeft aan (tegen) de werknemers en de vakbonden. Onderliggende boodschap: "Het zijn wij als zelfstandigen en kleine ondernemers die de economie hier rechthouden, ondanks of tegen de werknemers en vakbonden in." Wij zijn gelukkig niet zo goed in het beschuldigen en beschimpen van andere groepen in onze economie en samenleving. Wij hebben ze allen nodig: werkgevers, werknemers en zelfstandigen. Elke groep heeft een eigen uitgangspunt en meningen zullen dan ook verschillen, dat is normaal. Maar het type verwijten dat wij deze zomer moesten incasseren is te dom voor nog meer woorden.

Terug naar het onderwerp. Als vakbond zijn wij zeer gevoelig voor het absenteïsme. Want mensen die thuis blijven van hun werk, geven een signaal. Ze zijn ziek, voelen zich niet goed in hun vel of krijgen werk en privé niet meer gecombineerd.

Oorzaak aanpakken

Beter voorkomen dan ‘genezen’ is de boodschap. Maatregelen die de oorzaken van het absenteïsme aanpakken, daar moeten we op inzetten. Unizo schuift er een aantal naar voor: inzetten op begeleiding, de werkplaatsen en werkposten aanpassen aan de werknemer in plaats van omgekeerd en werknemers meer laten bewegen. Goed, maar daarmee is de kous verre van af. Want terwijl Unizo aangeeft dat het absenteïsme de werkorganisatie in veel KMO’s onder druk zet, lijken ze niet te zien dat het vaak de werkorganisatie is die mensen onder druk zet. Dat het werk dat mensen moeten uitvoeren, er in een aantal gevallen voor zorgt dat ze afwezig blijven. Wat ontbreekt, is aandacht voor werkbaar werk!

Oproep voor werkbaar werk


En aandacht voor werkbaar werk is noodzakelijk, zo blijkt uit de resultaten van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor (zie www.werkbaarwerk.be). Deze wijzen erop dat in 2004 en 2007 slechts 52,3% en 54,1% van de Vlaamse werknemers een werkbare job had. Wanneer het op werkbaar werk aankomt, laten de Vlaamse ondernemingen dus serieuze steken vallen. KMO’s doen het wel iets beter dan grotere ondernemingen, maar ook zij boeken de laatste jaren geen vooruitgang.

Dat zo vele werknemers geconfronteerd worden met te veel werkstress, weinig gemotiveerd zijn, beperkte kansen krijgen om bij te leren of hun werk en privé maar moeilijk in evenwicht krijgen, mogen we niet negeren. Voor deze werknemers zelf, maar ook voor hun collega’s, hun onderneming en bij uitbreiding voor onze ganse economie, moeten we meer inzetten op werkbaar werk.

Wij geloven dus in preventie. Zeer zeker. Daarmee bestrijd je oorzaken en vermijd je problemen. Maar laat ons onze pijlen wel goed richten. Laat ons werken aan goede werkorganisaties waar mensen aan de slag kunnen blijven. Cijfers over de werkbaarheid van onze jobs tonen aan dat het schoentje hier nog te vaak knelt. Deze gegevens plaatsen “de stok achter de deur” van Unizo wel in een heel ander perspectief. Want voor wie is deze stok dan wel eigenlijk bedoeld? Vandaar dat het ACV oproept om meer werk te maken van werkbaar werk, ook in de strijd tegen het absenteïsme.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten