Het gaat goed met de ondernemingen, wereldwijd. De resultaten zijn duidelijk, de winsten verbeteren, 2 op 3 maken meer winst dan in 2008. Zelfs Opel Antwerpen maakt winst, onbegrijpelijk voor de 1350 werknemers die het einde van het bedrijf zien naderen. In sommige ondernemingen spreekt men zelfs van records. Eigenlijk is dat wel heel snel, rekening houdend met de klaagzangen en alarmkreten deze zomer. Wij verheugen ons dat het beter gaat met de economie, dat is voor iedereen goed. Maar zelfs de economische analisten geven aan dat dit “dank zij de besparingen is, vooral personeelsbesparingen en schuldafbouw.” Met andere woorden betekent dit dat de ondernemingen het nu beter doen omdat werknemers in 2009 hebben ingeleverd, door vormen van werkloosheid of gewoon “weggesaneerd” werden.
En zie, nauwelijks één jaar later spreekt men al van bepaalde ondernemingen die op een cashberg zitten. Het probleem is dat de ondernemingen niet investeren, teveel cash blijven opslaan en dus te weinig mensen aan het werk zetten. De normale economische kringloop loopt vast in de ondernemingen, omdat ze hun natuurlijke rol niet spelen. Want wanneer ze wel hun rol zouden spelen, investeren en werk geven, zouden gezinnen hun verlies kunnen inhalen en zouden overheden hun tekorten en schuldenlast, onder meer veroorzaakt door de banken- en economische crisis, kunnen afbouwen. De bedrijven zijn blijkbaar onzeker over de economische groei, ze vrezen dat die zal stokken en dat er deflatie komt, dat de prijzen dus zullen dalen. In zo’n periode zou iedereen wachten om te kopen op nog lagere prijzen. Dat betekent minder consumptie en dus opnieuw een economische vertraging. En dat zet de ondernemingen niet aan om nu te investeren. Dus groei en twijfel bij ons alhoewel ook de wereldeconomie opnieuw groeit op basis van de cijfers van landen als Brazilië, China, India, Indonesië en Turkije.
Voor België komen we nu uit op een groei van 2,2% in het tweede kwartaal van dit jaar, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar en + 0,7 % vergeleken met het eerste kwartaal van 2010. Daarmee doen we het beter dan de meeste andere euro landen, behalve Duitsland dat een groei neerzet van 2,2% tegenover het eerste kwartaal en + 3,7% op jaarbasis. Wij trekken ons op aan die Duitse groei omdat de Duitse industrie veel Belgische halffabricaten invoert. Duitsland levert de beste prestatie sedert de hereniging van Duitsland. Maar vergeet niet wat we in vroeger afleveringen van deze zomerblog reeds stelden. Dit gebeurt ten koste van een massa Duitse werknemers en hun gezinnen. De centrales van de DGB, de Duitse vakbond hebben dan ook terecht gesteld, dat het tijd wordt dat de werknemers hun offers terugbetaald krijgen door hun deel van de groei op te eisen.
In eigen land is dit toch een beetje goed nieuws. Een hogere groei gekoppeld met lage intrestvoeten, zodat voor de herfinanciering van de overheidsschuld niet te veel moet betaald worden. Het is een opsteker voor de huidige en de te vormen regering en voor ons allemaal. Als de bedrijven nu ook nog eens gaan investeren in plaats van oppotten en ook investeren in werkgelegenheid, dan zouden vele werknemers opnieuw wat licht in de tunnel kunnen zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten