Als je de krantenberichten erop naleest, is niets zo on(be)grijpbaar als de werkloosheid. Artikels over 14000 jobs die niemand wil ,120.000 jobs die nodig zijn in de witte sector,de VDAB die eerst geen en de dag daarna hals over kop wel 450 Belgen vindt om fruit te plukken. Ze staan broederlijk naast artikels over werkloosheid die blijft stijgen, -jonge werkzoekenden zonder toekomstperspectieven of werkzoekenden die een nieuwe baan na 2 jaar weer kwijt zijn.
Zij die zich geroepen voelen daarbij duiding te geven- van de horde zichzelfverklaarde arbeidsmarktdeskundigen tot de gedelegeerd bestuurders van diverse werkgeversorganisaties –kiezen voor de oppervlakkige invalshoek: het is de schuld van de individuele werkzoekende. Het was al haar eigen fout werkloos te worden en bij gebrek aan werkbereidheid blijft ze dit ook. Geen enkel verhaal rolt zo makkelijk uit de laptop als het “eigen schuld, dikke bult” verhaal.
Daarom kiezen wij in enkele bijdragen voor een genuanceerder verhaal, dat velen liever niet horen , omdat het de verantwoordelijkheden elders legt dan bij het individu. We starten met een evergreen die terecht veel commotie oproept, de knelpuntberoepen.
Eeuwenoud gegeven
Midden de jaren ‘90 startte de VDAB met de publicatie van knelpuntberoepen. Dit zijn (groepen) van beroepen waarvoor de vacatures moeilijker ingevuld raken, het duurt wat langer.. Heel wat van deze beroepen vormen reeds lang een knelpunt. De oorzaken zijn divers, soms kwantitatief van aard – te weinig jongeren willen ervoor gaan studeren - soms kwalitatief - wie werkzoekend is wordt onvoldoende vakbekwaam geacht. Een derde oorzaak - vaak onderbelicht - zijn de ongunstige arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. We hebben het dan over lage lonen, weinig opleidingskansen, zwaar en ongezond werk, veel stress, ongunstige tijdsregelingen, slechte statuten.
De knelpuntberoepen met kwantitatieve en kwalitatieve oorzaken werken als communicerende vaten werken. Bij hoogconjunctuur en lage werkloosheid overwegen de kwantitatieve, bij een minder krappe arbeidsmarkt de kwalitatieve oorzaken. De aandelen van de beroepsgroepen die een knelpunt vormen omwille van de slechte arbeidsomstandigheden, blijven doorheen de jaren stabiel. Ze variëren rond de 10% (met een piek naar 14% in 2009). De slechte arbeidsomstandigheden overleefden dus moeiteloos de eeuwwisseling. Blijkbaar hebben de werkgevers nooit de eerlijke moed gehad -of de druk gevoeld - om deze arbeidsomstandigheden te verbeteren.Ze worden geacht ‘bij de job te horen’. De kandidaat werknemers moeten dit maar slikken. Geen wonder dat ze er weg blijven.
Antoinnette wie heeft de bal?
Maar ook de remidiëring van de andere oorzaken schiet schromelijk tekort. Als we de conjunctuurschommelingen even laten voor wat ze zijn, dan is ook hier sprake van eeuwenoude vraagstukken die niet opgelost raken. Kwantitatieve en kwalitatieve tekorten komen vaak voor bij technisch georiënteerde beroepen. Er wordt nog altijd te weinig technisch gekozen in de overgang van lager en lager secundair naar hoger secundair of in de overgang naar hoger onderwijs. Is het dan niet wraakroepend dat de verdere uitvoering van goede beleidsinitiatieven als de Competentieagenda 2010 (met beloftevolle samenwerkingsinitiatieven tussen de VDAB en CLB rond studiekeuzeoriëntering) en de ondersteuning van het door tal van sectoren sterk gewaardeerde Beroepenhuis te Gent (waar jongeren in functie van hun studiekeuze kunnen proeven van(technische) beroepen) voorwerp blijft van een spel « Antoinnette wie heeft de bal » tussen de ministers van Onderwijs en van Werk ?
Waar knelt het?
De « onbekende x » in het vraagstuk rond de kwalitatieve tekorten zit in de correcte inschatting van de benodigde competenties. Via stages en werkplekleren leerlingen de juiste competenties helpen verwerven, het werken met adequate meetinstrumenten om de vakkennis te meten, vacatures opstellen waarin de eisen en vakkennis correct beschreven staan, niet blijven zoeken naar de witte raaf, maar tevreden zijn met een bonte specht en deze groeimogelijkheden bieden. Deze oplossingsstrategieën hebben werkgevers al meermaals als pap ingelepeld gekregen, maar ze willen het niet slikken.
Recepten om de knoop te ontwarren
Nadenken over en durven gaan voor een technisch beroep, bij selectie een kandidaat nemen waaraan nog wat schaafwerk is, de arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en vormingsmogelijkheden in jobs echt verbeteren en wat doen aan de werkbaarheid, dat zijn de recepten om de knoop van de knelpuntberoepen te ontwarren. Nu nog beleidsmakers vinden die deze recepten willen gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten