vrijdag 20 augustus 2010

Een aantal pensioenfondsen in Nederland bijna failliet (Zomerblog 24)

En bij ons?

Tijdens en onmiddellijk na de bankencrisis leek het mij toen al ondenkbaar dat de Nederlandse pensioenen niet zouden lijden onder de financiële crisis. Het zou helemaal zo’n vaart niet lopen, zei men in Nederland toen. Toch zijn er zware problemen nu. Dat is de derde keer in tien jaar tijd. Maar hoe zit dat dan bij ons?
De Belgische en Nederlandse pensioenstelsels verschillen sterk van elkaar. Wij hebben een zogenaamd repartitiestelsel, de Nederlanders hebben een kapitalisatiestelsel. Hierbij hoort een woordje uitleg.

De pensioenen in België

Ons pensioensysteem staat ook onder druk. Het zou voorbijgestreefd zijn, erger nog, het zou niet meer voor de jongeren weggelegd zijn. Zo wordt het erin gepompt met radio- en TV-commercials vanuit banken en verzekeringen, zeg maar de kapitaalssector. Er zijn ook wel een stel “onafhankelijke” profs of denktanks die media en politici dezelfde negatieve analyse aanreiken. Die is echter onjuist en werkt zelfs als een soort vergiftiging van de publieke opinie.

Eigenlijk betalen werkgevers en werknemers een bijdrage die naar de pensioenen van nu gaat. Wij betalen dus voor de generatie die ons voorafgaat, de gepensioneerden van nu. Via die bijdrage verzekeren wij natuurlijk ook ons eigen pensioen. Maar het is de generatie van onze kinderen die ons pensioen zal betalen. De uitdaging voor de toekomst is wel dat, gezien de mensen gemiddeld langer leven, er voldoende mensen aan het werk moeten zijn. Onze minimumpensioenen moeten wel verhogen en de pensioenen moeten ook beter worden aangepast aan de welvaartsstijging. Maar met voldoende politieke en sociale wil is dit best mogelijk. Kort: ons pensioensysteem is een combinatie van verzekering en solidariteit. Het is best goed dat in een aantal sectoren en bedrijven er nog een groepsverzekering of aanvullend pensioenstelsel is. Dat helpt omdat gepensioneerden van nu meer behoeften hebben dan vroeger. Maar het wettelijk pensioen, de zogenaamde eerste pijler blijft voor ons het belangrijkst.

De pensioenen in Nederland

De pensioenen bestaan in Nederland uit de AOW, de Algemene Ouderdomswet en uit pensioenfondsen. De AOW is echt een minimumsokkel. Daarvan werd onlangs beslist dat de pensioenleeftijd stilaan van 65 naar 67 opschuift.

Maar het belangrijkste deel van het Nederlandse pensioen komt van pensioenfondsen van bedrijven en bedrijfstakken. Per werknemer wordt een bijdrage betaald aan dat fonds en dat belegt die gelden. Zolang het goed gaat op de beurs, loopt dit goed, maar het is inmiddels al de derde keer in tien jaar dat er een min of meer grote crisis is, met de gekende gevolgen. Een deel van de fondsen en dus van de pensioenen verdwijnt dan als sneeuw voor de zon.

Als gevolg van de moeilijkheden zullen 150 000 tot 170 000 gepensioneerden volgend jaar tot 14 % minder pensioen krijgen. De verhouding tussen de financiële reserves en de verplichtingen is bij een aantal fondsen onder het wettelijk bepaalde niveau gedaald. Minister van Sociale Zaken Jan Hein Donner verplicht de fondsen hun reserves binnen de vijf jaar op peil te brengen, tot 125 %. Maar zeker 14 fondsen lopen zelfs gevaar failliet te gaan en dan is al het gespaarde pensioengeld weg. Nederland heeft ongeveer 600 van dergelijke fondsen, enkele ervan behoren tot de grootste van de wereld. Bij de helft van de fondsen is de dekkingsgraad onder de 105 % gedaald, 340 fondsen moesten een herstelplan indienen.

Belgisch systeem “verzekering en solidariteit” biedt nog steeds de beste waarborgen

Mensen zoals professor Marc De Vos van de denktank Itinera en kapitaalsgoeroe Geert Noels hebben al flink hun best gedaan om ons systeem af te schrijven ten voordele van het systeem van pensioenfondsen zoals in Nederland. Dat willen wij niet. Pensioenen zijn te belangrijk om ze afhankelijk te maken van de wetten van het casinokapitalisme.
Zoals hoger gezegd zijn de pensioenfondsen in België eerder aanvullend, de omgekeerde redenering van Nederland. Niet iedereen kan ervan genieten. Ze staan bovendien onder strenge regels en zijn heel sterk gecontroleerd, de dekking van de Belgische pensioenfondsen bedraagt 116 %. Wanneer een bedrijf met een pensioenfonds failliet gaat, worden de pensioenen toch uitbetaald. De eerste pensioenpijler, het wettelijke pensioen blijft onze eerste keuze.

2 opmerkingen:

  1. De beste waarborg?

    Ik dacht nochthans dat het armoederisico onder 65+ ers dubbel zo hoog was in België (21,2%) dan in Nederland (9,4%)?

    Of zal dat helemaal omslaan na de crisis? Dankzij brugpensioen op 50 en 52 in België?
    En ondanks een verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 in Nederland?

    Meer dan een ideologische stellingenoorlog en het grote gelijk van Cortebeek dan wel Noels houdt deze vraag mij bezig:

    Waar zal de modale gepensioneerde, werknemer of werkloze het het best hebben over tien jaar? Nederland of België?

    Wie twintig jaar geleden Nederland zei (ondanks 'asociale' loonmatiging, activering) had het toen bij het juiste eind.

    Ik kijk uit naar uw reactie

    Met vriendelijke groeten,

    Gert Cools
    coolsgert@yahoo.com

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kan U ook concrete cijfers geven zodat we kunnen vergelijken. Bijvoorbeeld : een bediende en een bouwvakker die op 65 met pensioen gaan na een volledige loopbaan van 45 jaar. Hoeveel bedraagt hun wettelijk pensioen in België en wat is hun AOW en aanvullend pensioen in Nederland?

    BeantwoordenVerwijderen